zondag 22 juni 2014

Tattoo

Een tattoo, ik moet een tattoo.
Waren ze vroeger nog voorbehouden aan zeevarenden en criminelen.
Tegenwoordig heeft iedereen ze.
Natuurlijk kreeg je vroeger bij de kauwgom nog wel eens plakplaatjes.
En kon ik op zes jarige leeftijd met een anker op mijn bovenarm prima doorgaan voor matroos.
 

Maar het was toch niet hetzelfde.
Daarbij was mijn moeder altijd in de buurt, om in de woensdag of zaterdagavond wasteil de ankers van mijn arm te boenen.


Inmiddels zie ik ze overal om heen.
Vrouw en kindernamen geëtst op bovenarmen van vaders.
Kleurige geweien boven bilspleten van jonge en oudere dames.
En rijtjes doorgestreepte meisjesnamen bij ervarener jongens.
 

Een tatoeage is natuurlijk voor altijd.
Dus je moet goed nadenken voor je zo'n ding laat "zetten".
Daarbij is de positionering belangrijk.
De naam van je vrouw of je vriendin op het voorhoofd laten etsen houd in ieder geval, bij scheiding, de barkruk van het vrijgezelle café rond je leeg.
Maar in de binnenkant van je hand je pincode of Facebook wachtwoord laten graveren kan reuze handig zijn.
 

Je kunt hem natuurlijk laten zetten op een plek waar verder niet veel mensen hem zullen zien.
Of iets ludieks op een plaats die juist veel mensen kunnen zien. Een grasmaaiend mannetje op de kale plek op je hoofd of iets dergelijks.
Chinese tekens zijn ook altijd leuk.
Tot in China aangekomen de naam van een pak rijst op je bovenarm blijkt te prijken.
Zoiets als het woord "bruine boterham" getatoeëerd te zien op de bovenarm van een Japanner.
 

Nee ik denk dan ik het simpel ga houden.
Simpel maar doeltreffend.
Ik zat zelf te denken een paar wijd geopende ogen op mijn oogleden te laten tatoeëren.
Kan ik rustig even een uiltje knappen na een nachtje doorhalen, op het werk.


donderdag 5 juni 2014

Snoeihard

Hoi schat, fijn dat je weer thuis bent, zegt mijn vrouw.

Kijk dat is nog eens een begroeting, antwoord ik.
Je man die de hele dag aan het werk is geweest, en die je daardoor zo moest missen.
Moest missen terwijl jij de gehele dag zonder mij alleen in dit grote huis door moest brengen.
Wachten en smachtend tot de sleutel in de voordeur zou worden gestoken.
En af en toe glurend de gordijnen opzij of ik niet toevallig wat eerder aan kom fietsen.
En dat je dan nog snel in de badkamer een zweem van parfum opgedaan hebt.
En onopvallend bevallig gedrapeerd op de bank met een boekje van de supermarktaanbiedingen zit te wachten.
Kijk dat vind ik nog eens lief, zo begroet te worden.

Zeker, zegt ze.
Want alleen krijg ik de vuilniszakken buiten niet getild.
Dus of je die twee even naar de stort wilt brengen.
En daarna de lamp in de badkamer wilt vervangen want die sprong vanmiddag.
En als je dat dan lief hebt gedaan, en het gras hebt gemaaid.
Dan eten we boontjes vanavond.
En mag jij de afwas doen.

Oh ja, de heg hoeft niet meer. Die is vanmiddag al geknipt.

dinsdag 3 juni 2014

Manuela

Op de speakers in de huiskamer vraagt Aretha Franklin om een beetje respect.
 

Hee pap heb je ook nog muziek van deze eeuw.?
Mijn jongste zoon is binnengekomen.


Beste jongen, begin ik.
Voordat muziek uit een doosje kwam en nog uit noten bestond in plaats van samples.
Toen house gewoon een Engels woord voor woning was.
Ver voor de tijd dat je je vriendin een bitch noemde, en als artiest minimaal twee jaar voor een drive by shooting in de gevangenis moest hebben gezeten.
Ver voor die tijd,
Werd er muziek gemaakt op echte instrumenten.
Houten dingen met snaren, toetsen en varkensvellen.


Om gitaar te kunnen spelen moest je oefenen tot je vingers bloeden.
Een vriendinnetje kwam pas om de hoek kijken als je achterstevoren Stairway to Heaven van Led Zeppelin kon spelen.
Dat is muziek die nu in liften en supermarkten gespeeld wordt.
Maar waarvoor je vroeger als je ouders ervan hoorde, vierentwintig wees je groetjes moest opzeggen als boetdoening.
Met je blote knietjes in een houten klomp.


Een drumstel begon met oefenen op een paar omgekeerde emmers die je bespeelde met washand omwikkelde stokken.
Alles om de buren niet te wekken en je ouders te laten geloven dat je je huiswerk aan het maken was.


Van je zelf verdiende geld.
Dat is geld wat je krijgt nadat je ervoor gewerkt hebt.
Kocht je na lang wikken en wegen en weloverwogen besluit je favoriete muziek.
Vervolgens ging je op je brommertje door weer en wind naar de platenzaak waar ze "jou" muziek verkochten.
Daar luisterde je eerst een stukje van de plaat die je wilde gaan aanschaffen, op een grote zwarte koptelefoon die je oren volledig bedekte.
Een langspeelplaat waarop die muziek stond, koste bijna twintig gulden.
Daar moest je drie weekenden voor auto's wassen.
Dus het was zaak met smaak een keuze te maken.


Oké, zegt mijn jongste, die glimlachend geluisterd heeft.
Dus jij speelt gitaar?


Hoe denk je dat ik anders aan je moeder ben gekomen, zeg ik.

Maar ehmm, nee.
Nog geen blokfluit.
En Aretha heb ik net gedownload van internet.
En voor jou de concertregistratie van "De toppers", Jaques Herb, kinderen voor kinderen en Frank en Mirella.

Dat zal je leren te spotten met je vaders muziekkeuze.