zondag 25 oktober 2015

Reservewiel

Daar sta je dan.
Langs de A2 met een platte band.
Geen nood het handige Renaultje heeft een reservewiel.
Dat zit met een handig systeem onder de auto geklemd.
Onder de mat in de kofferbak zit een handige krik en wielsleutel.
Daaronder zit een hendeltje met een kabeltje en een moer.
Met dat hendeltje dien je het reservewiel los te koppelen.
Je draait eerst aan een moer tot een veer loskomt en trekt aan het handvat.
Of duwt aan een hendel.
Of trekt en duwt aan een hendel.
Of moet je die misschien losdraaien.
Of wellicht verschrikkelijk hard aan trekken.
Of duwen toch misschien.
Of op rammen met je handen en schoppen met je voet.
De moer moet hoe dan ook los.
En dat kabeltje zal ook wel ergens voor dienen.
Wellicht zit er onder de auto iets dat eerst los moet.
Maar nee dat lijkt er niet op.
Nog eens gewoon aan draaien wellicht.
En vriendelijk zwaaien ondertussen naar de toeterende automobilisten.
Even de instructies erbij.
Losdraaien en duwen aan het hendeltje.
Dat deed ik al, maar nog maar eens.
Geen beweging in te krijgen.
Toch trekken misschien.
Of een klein trapje tegen het hendeltje dat de kofferbak invliegt.
ANWB dan maar bellen.
Toets een 1 als u autopech hebt.
Toets een 2 als u hulp nodig heeft.
Een ANWB auto wordt geregeld.
En arriveert 20 minuten later.
Heeft u een reservewiel?
Jazeker onder de auto mijnheer.
Ah een Renautje, was ik laatst een half uur mee bezig.
Met dat reservewiel er onderuit te krijgen.
En hij ramt met een wielsleutel op het hendeltje zodat het wiel onmiddellijk loskomt.
Staat er niet in dat rammen met een wielsleutel op het hendeltje.
In de handleiding van Renault.
Zeven minuten later zit het wiel eronder.
Goede reis mijnheer.
We vertrekken.
Een wapperende handleiding op de vluchtstrook achterlatend.

zaterdag 24 oktober 2015

27

Toen ik 27 jaar oud was vierde jij je tweede verjaardag.
Twee roze kaarsjes op een witte taart met een rood geschreven twee.
Vlaggetjes in de kamer en een versierde stoel.
Een feestmutsje in roze want dat was je lievelingskleur had je moeder bepaald.
Vaders hebben over het algemeen weinig met die tinten.
Al kwam ik in mijn bloemistenvak wel veel collega's tegen die een voorliefde hadden voor die kleur.
Tot je zesde danste je nog met je vader.
Liefst in de keuken wild rondjes draaiend om mijn nek.
De disco avonden maakte daar een einde aan.
"Buiten wachten pap, niet binnenkomen, ik schaam me dood".
Maar je was dan ook al veertien.
Vriendjes kwamen aan de deur die ik het liefst achter in de sloot verdronk.
Maar dat mogen vaders niet.
Op kamers in Utrecht was natuurlijk verschrikkelijk.
Maar als je in de grote stad gaat studeren is dat wel zo handig.
Elk weekend met een tas met was heen en weer.
Met onderin verstopt een extra blik soep, worst, broodjes en beleg.
Want je mocht niet van de honger omkomen hadden je moeder en ik bepaald.
Inmiddels met je vriend al jaren in Amsterdam.
Met een goed gevulde provisiekast en muren in grijs en wit.
Want dat roze had niet doorgezet.
Morgen je 27e jaardag.
Vanavond wild gevierd met vrienden.
Morgen wat tammer voor ons, de oudere ouders.
Met het huis snel aan kant en de ergste drankkringen van de tafel gepoetst.
En morgen dan even je armen om mijn nek en een klapzoen voor mijn dochter.
Al 27 jaar trots.
Fijne verjaardag.

dinsdag 13 oktober 2015

Corrie en Rinus

Op het internet der dingen zocht ik een oude jeugdvriend.
Tijdens het googelen vond ik zijn ouders.

Ik kwam er dagelijks over de vloer.
Al vanaf mijn tiende jaar.
Hij fabrieksarbeider bij metaalgloeilampenfabriek "de volt".
Zij huismoeder met daarbij een baan.
Ik hoefde alleen de straat maar uit te lopen.
De hoek om aan het eind, dan aanbellen bij het tweede huis.
Of trekken aan het touw uit de brievenbus.

Daar werd de deur dan losgemaakt. Een snelle blik en loop maar door.
Op zijn Brabants wist ik er de weg als bij mijn eigen.
En kwam er dagelijks, soms weken lang.

Zondags was er kerk. En tijd voor de heer. Maar middags was je altijd welkom.
Als alle andere dagen.
Zaterdags ging vader Rinus naar zijn club.
Daar gaf hij les in een wit judoka pak gesierd met zwarte band.
De rust zelve zoals zo vaak bij krachtige mensen.

Ze hadden nooit echt ruzie zoals ik bij mij thuis wel eens zag, maar kibbelde een beetje met elkaar.
En als je wat uit te leggen had.
Na wat onhandig wild gestoei. Dan was één blik van haar voldoende.
Waarna het klaar was.
Als bij je eigen moeder.
Ik mocht zijn ouders graag.

Na mijn twintigste ben ik er nooit meer geweest.
Zoals die dingen soms gaan.
Ver weg je eigen leven leidend, al het contact verloren.

Nog een keer zag ik ze bij de Efteling.
Op bezoek met hun kleinkinderen.
Een warm onthaal en ontroering bij het zien van mijn kleintjes.
Mijn dochter was net vijf.

Ze zijn verhuis naar een flat zag ik na het googelen.
Naar een aanleunwoning bij een wooncentrum.
Aan het eind van "mijn straat" om de hoek woonden ze al lang niet meer.
Ze waren verhuist naar een flat met uitzicht over hun Tilburg-Noord.

Ik herken ze direct op de foto.
Het verhaal erbij komt als een mokerslag binnen.

"Corrie (82) kwakkelt al jaren met haar gezondheid, valt regelmatig en lijdt aan de ziekte van Alzheimer", lees ik.
"Ook bij Rinus (85) is, naast meerdere lichamelijke ongemakken, dementie geconstateerd, maar nog in lichte mate."
"Behalve mantelzorg van de kinderen is er dagelijks hulp."

Ik wordt er verdrietig van.
En blij tegelijkertijd ze weer eens te zien, al is het dan op een foto.
Laatste update december 2014, staat er bij het bericht.

Vraag me af of ik nog zo moedig ben eens langs te gaan.
Of dat ik het maar bij de plaatjes in mijn hoofd moet laten.