zondag 25 januari 2015

Een Hof

Deel 1



Een stukje lopen naar de rand van het dorp ligt een volkstuinen complex.

Je ziet er vaak oud gebogen mannetjes wroeten in de aarde, of worstelen met een bos radijs.

Mijn oudste zoon heeft er zich ingeschreven voor een stukje moestuin.

Als de jongste van het dorp.



Ze hadden hem met knoestige blik aangekeken en gevraagd of ie dan wel groene vingers had.

Dat je spitten met de hand moest doen, en onkruid wekelijks moest wieden.

Oh ja en Cannabis, Skunk en Arabia waren verboden, mocht ie daarop zijn zinnen hebben gezet.

Want de jaren zestig, mijn god die jaren zestig, die waren echt nu wel voorbij.

Maar hij had hun bezwaren weggewoven en verteld van zijn vader die altijd een bloemenzaak had gehad.

En plantjes in het latijn kan benoemen, waardoor ze mooier klinkend groeien.

En zijn moeder was uit een kool geboren en rook naar velden madeliefjes.

Zij kookte dagelijks vers, met groente van het land. En heeft een tuin met duizend bloemen.

Daarnaast snijd ze haar spinazie zelf.



En hoewel correct was hij zes toen ik met de verkoop en kweek van bloemen stopte.

En komt de spinazie bij ons uit het diepvriesvak, vers gevroren door IGLO.

Met net als het meeste groen vanuit de supermarkt.



Maar hoe dan ook het was bedaard besproken en de commissie had beslist.

Er was een plekje vrij gekomen.

Dus of ie het nog zeker wist.

Dan kon die gaan beginnen.



We troffen negentig vierkante meter aarde aan.

Een rechthoek sprietig zwarte aarde.

Gelegen tussen twee vers gespitte percelen.

Als een soort wadloopgebied waarop zich net de zee had teruggetrokken.

Met poeltjes vers bevroren water, genoeg voor een Fries om schaatsen te doen halen.

Beetje vochtig misschien, mompelde ik opbeurend, en trok met een besokte voet een laars uit de aarde.



Mijn zoon intussen verdeelde de grond al met zijn ogen.

Kijk, hier de boontjes op een stok.

En mais, pap, dat leek me ook wel wat. Voor popcorn bij de film.

Erwtjes, wortelen en aardbeien.

En kool veel kool want die doet het altijd wel.

Behalve dan groene, die alleen goed is voor lelijke konijnen.

En het scherpen van de schoffel.



Goed, zei ik, gefeliciteerd je hebt een "Hof".

Zo een als al mijn ooms eens hadden.

En ikzelf toen ik tiener was.

Voor voeding van maag en geest, en om even weg te zijn van dagelijkse sleur en gezeur.

Al stond bij mijn ooms soms onderweg naar "de Hof", tegen de muur van het café, wel erg veel tuingereedschap.

Uiteindelijk voedde d’n Hof daar, hele gezinnen.



Maar nu vriest het.

En daaronder is het nat.

Dus nog niets mee te beginnen.

We bestellen eerst eens wat zaad.

En gaan volgende week als het droog is, en de Elfstedentocht geweest, de aarde te lijf.

zaterdag 10 januari 2015

Hout

De advertentie in de Woerdense courant was amper 10 cm groot.
Open haardhout af te halen voor de inwoners.
Vijftien euro per m2. maximaal 2 (kuub) per milleupas.

We wilden er op tijd bij zijn.
De deuren van het gemeentelijk stadserf gingen pas om tien uur open en om half tien sloten we ons aan bij de eerste rij wachtenden.
Mensen met aanhangers, kleine busjes en een enkele vrachtwagen stonden voor ons in de rij te wachten.
Om tien uur ging de poort open, en de eerste zes wagens gingen naar binnen om de aanhangwagentjes te vullen met hout.
Voor ons bezweek een bejaard echtpaar onder het gewicht van een boomstam.
Een teen werd bijna verbrijzeld onder een vallend stuk beukenhout.
En een vrachtwagen werd met de verzamelde milleupasjes uit de buurt tot de kruin volgeladen.
Dat duurde even.

Achter ons strekte de rij wachtende auto's zich langzaam uit tot het centrum van de stad. De stroom wachtende auto's had het verkeer daar volledig platgelegd.
Oei, dat ging uit de hand lopen want nog zo'n vijf wagens achter ons. En dan was het hout op.
Een gestreste gemeentewerker deelde wat laatste bonnetjes uit en begon mensen naar huis te sturen.
Wij vermaakte ons prima met zicht op drie tengere kantoorbejaarden die bijna braken onder het gewicht van hun boomstammetjes.
Steeds bij opladen kwam aan de andere kant van het bijna bezwijkende aanhangwagentje een ander stuk hout er weer afrollen.


Maar ja, toen waren we zelf aan de beurt.
En een kwart eikenboom is toch wat zwaarder dan een gemiddeld toetsenbord.
Bij het eerst getorste stuk hout voelde ik een stukje ruggenwervel verschuiven.
Een behulpzame gemeentewerker zag mijn rood aangelopen hoofd met gebarste adertjes in de ogen en bood mij geknakte ego zijn hulp aan.
Hij pakte een halve eikenboom met zijn pink op, legde een kwart lindeboom onder zijn oksel en hielp ons in rap tempo het geleende aanhangwagentje te vullen.
We rekende vijftien euro af en gingen huiswaarts.


Een Renault modus gezinsauto is niet berekend op het voortslepen van drie volgroeide eikenbomen.
Hulde aan de Franse autofabrikant die ons zonder kleerscheuren thuis liet komen.
En dank aan de geduldig toeterende stoet auto's achter ons.


Ik schatte dat een meegebrachte stam een week of drie zou moeten kunnen branden in ons huiskamer haardje.
We hebben er zo'n twaalf meegenomen dus we zouden de winter warmpjes moeten kunnen doorkomen.
De boomstronken passen echter met geen mogelijkheid door de deur van het haardje.
Komende weken ga ik het dus vooral warm krijgen van het hakken en kloven van de mastodonten hout.
Ik verwacht daar toch wel zo eind juni mee klaar te zijn.


Volledig gereed voor een koude zomer.

zaterdag 3 januari 2015

Tweeënnegentig

Ook een tweeënnegentig jarige moet wel eens in bad.
En aangezien onze hond niet zelf meer de trap op en af kan moet ze in bad gedragen worden.
Verfomfaaid, geurend naar een regenachtige morgen in een dennenbos komt ze daar dan weer uit.
Schud de laatste spetters op de spiegel, de douchewand en alle verdere aanwezige en wil dan zo snel mogelijk weg.
Tot halverwege de trap waar ze blijft piepen tot iemand haar verder naar beneden helpt.
Vervolgens soezen op de bank. de vloer, de stoel.
Even liggen in de gang. Drentelen naar de aangestoken haard om daar verder te slapen, en dan wakker gemaakt worden voor het laatste uitlaatrondje.
En dat is nog best een eind lopen, die 400 meter rond de school. Dus gauw slapen tot de morgen komt.


Haar hoogtepunten van de dag zijn de gepland en ongeplande maaltijden.
De etensbak en wat daarin gaat, die kent ze zo onderhand wel.
Het zijn de onder tafel stiekem aangereikte restjes, ogenschijnlijk lege bordjes en onopgemerkte koekkruimels die haar alert houden.
Een al dan niet per ongeluk gevallen stuk peperkoek ontgaat haar ondanks de staar, en achteruitgaand gehoor nooit.
Het "ga je mee?" uitlaatsignaal moet een aantal malen geschreeuwd worden.
En het nieuwjaar vuurwerk is dit jaar volledig ongemerkt aan haar voorbijgegaan.
Wel bleef ze waakzaam dommelend hopen op een van tafel stuiterende oliebol.
Helaas, misschien volgend jaar op haar negenennegentigste.


Ik hoop van wel.