woensdag 26 juli 2017

Oudergesprek

Eén keer per jaar was er, waar nodig, een oudergesprek.
Je kreeg dan een briefje voor je moeder met een datum waarop ze op school verwacht werd.
Dat kon natuurlijk nooit veel goeds betekenen.
Andere kinderen kregen geen briefje mee en hun ouders mochten gewoon thuis blijven.
Dat briefje brandde in je broekzak op weg van school naar huis.
Je liet het gewoon in je zak zitten en het zou in de wasmachine vanzelf kwijt raken.
Maar je moeder maakte je zakken leeg voordat ze als was in de machine verdween.
Want soms zaten er knikkers of kiezels in.
En die rammelde in de trommel.
Dus na je "oh ja" vergeten, moest je vertellen waarom je dacht dat ze daar, op school, verwacht werd.
Kon zijn dat de juf de losgelaten kikkers niet waardeerde.
Terwijl je zolang bezig was geweest ze te verzamelen buiten de stad.
En ze zo leuk sprongen onder haar voeten op de stoel.
Wellicht was je afwezigheid opgevallen nadat je op de sportdag vanaf de sprintbaan doorgelopen was naar huis.
Je had net een nieuwe stapel strips van je neven gekregen.
En vond dat de hele weg rennen naar huis sportprestatie genoeg was.


Er werden stickers geplakt op de klas muur bij je naam als een kind goed gepresteerd had.
Maar je wist waar de juf ze kocht. En ze waren maar 5 cent voor een velletje met twintig stickers.
Het was haar niet ontgaan dat je de laatste tijd uitzonderlijk goed presteerde.
Al gebruikte ze eigenlijk voor de jongens cowboy stickers en voor meisjes die van Barbie.
Die bij jou naam waren voornamelijk van roze Matell meisjes.


Je bleef met samengeknepen billen wachten tot je moeder terug kwam van school.
In je hoofd alles nagaand wat je afgelopen tijd uitgespookt had.
"Hoe was het ?" vroeg je dan.
Waarop je moeder met haar hand over je kuif streek.
Niets over kikkers of stickers zei.
Maar hoe aardig je juf was.
En dat je makkelijk dit jaar over naar de volgende klas zou gaan.


Niemand die daarna iets kwaads over de juf zei.
Ze was ter plekke heilig verklaard.
En ik kreeg alleen nog cowboystickers.

maandag 24 juli 2017

Schoolrapport

Op de lagere school ging het al mis.
Het had te maken met de vakken.
Met name gedrag en vlijt waren moeilijk te sturen.
Stond er weer een opmerking onder over je werkethiek.
"Hard werken in de derde klas Hubér" stond er dan onder het rapport van mijn negende verjaardag.
Had je verdorie een 7,5 voor muzikale vorming en een 7 voor tekenen.
Alsof dat vanzelf ging.
Ik was meer van de liedjes van Supertramp en de jongens van Pink floyd.
Maar moest zingen over kleutertjes die op een hek zaten.
Dus die 7,5 was gewoon een top prestatie.
Die 7 voor tekenen, geef ik toe kon beter.
Maar ik was geïnspireerd door het abstracte action painten van Jackson Pollock.
En dat viel niet mee om dat binnen de lijntjes te doen.

In de derde klas moest ik vooral bij taal en rekenen volgens de meester "Hard blijven werken"

Maar mijn zes was verklaarbaar. Ik was smoor op Kitty Oskam.
Die zei nergens op te rekenen. Wat ik wellicht te letterlijk nam.


Op mijn tussenrapport van de vijfde klas prijkte een 5,5 voor zuiver schrijven.
Maar dat zou volgens de juf met "extra hard werken" op te lossen zijn.
Blijkbaar..
Het laatste rapport was het een zes.
Ze schreef mijn naam wel met een t. En een verkeerd streepje op de e.
Maar ik zwoer haar dat als ze haar best zou doen....


De zesde klas was het meest dramatisch.
Mijn rekeninzicht was wel gestegen. Maar ik wist nog steeds niet waar Loppersum lag.
En dat moest voor aardrijkskunde.
Een essentieel vak om te overleven in Nederland.
Hoe hard ik ook werkte. En welke opmerkingen op mijn rapport dan ook.
De 5,5 voor aardrijkskunde bleef staan.
Mijn zelf-gekleide Zwolse hunebedden (terechte 5,5 voor aardrijkskunde) scoorde dan wel weer punten.
Want handenarbeid was een 8.


Het eind advies was Mavo,
Maar ik wilde verder in het groen.
Het lukte dankzij de eerdere ervaringen opgedaan in de vakken gedrag en vlijt dat eerste jaar enkel onvoldoendes te halen.
Waarna ik naar de school mocht die ik wilde.

zaterdag 22 juli 2017

Rijkspostspaarbank

Iedereen wil graag rijk zijn.
Bij sommige gaat dit vanzelf. Hun vader is Baron, grootindustrieel of circusdirecteur.
Maar mijn moeder had de huishoudschool gedaan en mijn stiefvader studeerde.
De verdere opa's en oma's en hun ouders dan weer, werkte met hun handen, kregen een eerlijk loon maar bereikte nooit de status van multimiljonair.
Mijn wieg kwam dus derdehands van een tante die reeds uit de kinderen was.
En we woonden bij mijn geboorte tijdelijk elders in.


Gelukkig was daar de rijks-post-spaarbank.
Opgericht vanuit de overheid om de mensen te helpen met een gratis spaarrekening.
En om de kinderen te helpen een spaarzaam leven te leiden kreeg je als kind bij het openen van een spaarrekening een spaarbankboekje met een eerste inleg van twee-gulden en vijftig cent.
Om te zorgen dat je dat niet gelijk ging verbrassen mocht je het pas na je veertiende levensjaar opnemen.
Nu klinkt dat nu als een belachelijk laag bedrag.
Maar toen ik tien jaar oud was kregen we wekelijks van mijn moeder een dubbeltje om vrij uit te geven.
Van die tien cent kon je bij de Aral benzinepomp een ijsje kopen of zelfs een rolletje drop.
En als je echt decadent wilde doen kocht je er 5 Belga kauwgums van.
Die waren met vijf tegelijkertijd in je mond niet te kauwen maar je blies er wel een bel mee van een meter doorsnede.
Een bezoek aan de kapper bij het klappen van de blaasballon was daarna vereist.


Van de week vonden ik en mijn zussen het vergeten boekje van de rijks-postspaarbank.
Het is nog geldig want de rijks-postspaarbank was overgegeaan in de postbank welke weer overgegaan was in de ING bank.
De eerste inleg van mijn spaarbankboekje was gedaan op 24 mei 1963.
Een maand na mijn geboorte.
En dit was tevens de laatste inleg.

Toch maar even snel uitgerekend wat met rente op rente na 54 spaarjaren nu eigenlijk de huidige waarde is.
Tenslotte weet je nooit of je toevallig zonder het te weten ongemerkt dankzij de banken en rijksoverheid een kapitaal opgebouwd hebt.


Ik zal jullie niet vermoeien met de op internet gevonden rekenformule maar na een halfuurtje rekenen komt de huidige waarde neer op een totaalbedrag van afgerond 10 euro.
Dat zou iets meer geweest zijn als de gulden niet ergens 1993 overgegaan was in de euro.

Ik ben er gelijk mee naar het plaatselijk bankkantoor gegaan.
Ongeveer 85 kilometer van mijn woonplaats vandaan want alle filialen waren in de loop der jaren pin automaten geworden.
En daar kreeg ik na wat heen en weer gebel. Een handtekening en veel vragende blikken het bedrag op mijn ING rekening gestort.


Op de terugweg naar huis heb ik er bij de plaatselijke benzinepomp, 2 ijsjes een rolletje autodrop en een sportlife kauwgom van gekocht.
Met mijn pinpas.
Het lukte onderweg in de auto niet een fatsoenlijke bel van de kauwgum te blazen.
Maar het gaf een rijk gevoel.

woensdag 19 juli 2017

Krullers


Er zat er vroeger één in de Koestraat.
Met zo'n gedraaid glazen licht aan de buitenkant.
Waardoor je wist dat daar een kapperszaak was.

Ik mocht op een grote leren stoel gaan zitten die met een pedaaltje aan de voet omhoog gebracht werd.
Een laken om de nek en een papiertje in de hals.
"Knippen en scheren mijnheer ?" vroeg de kapper dan.
Ook al wist hij was ik pas zes.
Waarna hij met een kwast mijn kin in-zeepte.
"Of laat u liever deze keer de baard staan?"
Waarna ik nee schudde en hij met een kam het schuim afschraapte.
Na het knippen liep hij dan om je heen met een zilveren fles met blaasbalg.
Zachtjes knijpend in de balg zodat er niets anders overbleef dan het nevelende mannenluchtje.
Dat rook de hele dag zodat men wist dat jij die dag naar de kapper was geweest.
"Lekker kort" zei mijn moeder dan als ik thuis kwam.
En ook geschoren zei ik dan.

Zij zelf gebruikte metalen krullers.
Gemeen ijzeren ronde cilindertjes die om het haar werden gedraaid en met spelden werden vastgezet.
Vaak ook ging er een verwarmde droogkap overheen waardoor ze op een astronaut begon te lijken.
Daar zat ze uren onder te lezen. De libelle of margriet, of een damesblad dat vertelde wie er elders met een andere niet van de drank wist af te blijven.
Die krulspelden moesten dan blijven zitten.
Vaak een dag of wat.
En soms ging ze er mee naar bed.
Waarop mijn vader vloekte.
Als het buiten regende werd een hoofddoek opgezet.
Dat was niets raar.
Overal op straat zag je vrouwen met dat soort hoofddoeken als het regende.
Met vaak net onder het randje de krullers nog zichtbaar daaronder.
Als de krullers er dan uitgingen werd er haarlak overheen gespoten.
Dan sneed de lucht je adem af, maar dat was nodig om mooi te zijn.
Tenminste dat zei mijn moeder.

Tegenwoordig zie je ze nooit meer die krulspelden.
Maar soms als ik een leuk Marokkaans meisje zie.
Met een hoofddoek om haar hoofd.
Kijk ik toch stiekem even of er misschien wat krullers onder zitten.